Mensen met een beperking ondersteunen we met voorzieningen en re‑integratiedienstverlening.
Inzet van voorzieningen
We verstrekken hulpmiddelen die ervoor zorgen dat mensen met een beperking hun werk goed kunnen (blijven) doen, onderwijs kunnen volgen of goed kunnen functioneren in hun dagelijks leven. UWV verstrekt de voorzieningen voor werk en onderwijs. Het kan gaan om meeneembare voorzieningen (zoals een brailleleesregel of een aangepast bureau), vervoersvoorzieningen (zoals de aanpassing van een auto) en intermediaire voorzieningen (zoals een gebarentolk of een voorleeshulp). Verder verstrekken we tolkvoorzieningen voor werk, onderwijs en het dagelijks leven. Hiermee is UWV het centrale loket voor mensen met een auditieve beperking en organisaties die tolkuren aanvragen.
De meeste van deze werkvoorzieningen verstrekken we aan een individuele werknemer, maar we verstrekken ook voorzieningen aan werkgevers. Daarmee kunnen ze arbeidsplekken geschikt maken voor mensen met een beperking of voor adequate begeleiding zorgen. Voorzieningen kunnen ook voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op een uitkering: 30% van de mensen die gebruikmaakt van een voorziening, heeft geen uitkering. In totaal maken 28.747 mensen gebruik van een voorziening. In 2021 is 95% van de aanvragen voor voorzieningen tijdig – binnen acht weken – afgehandeld. Dat is ruim boven de met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) afgesproken norm van 90%.
In 2021 zijn maatregelen getroffen die bijdragen aan het verhogen van de rechtmatigheid en de kwaliteit van verstrekking van voorzieningen. Op de verstrekking van alle voorzieningen is structureel een vierogenprincipe van toepassing en er zijn leer- en verbetercirkels ingericht. Het doorontwikkelen hiervan is een continu proces en standaardonderdeel van de kwaliteitsborging op voorzieningen. Ook het specifiek opleiden van medewerkers voor het nemen van beslissingen over voorzieningen draagt bij aan de kwaliteit. Op de verstrekking van voorzieningen worden steekproefsgewijs interne controles gedaan.
In 2021 hebben we 40.596 werkvoorzieningen ingezet voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, waarvan de meeste (28.788) voor Wajongers. De uitgaven voor deze voorzieningen bedroegen € 70,4 miljoen en bleven daarmee binnen het budget van € 78,0 miljoen. De belangrijkste verschillen in de kosten vergeleken met vorig jaar doen zich voor bij de intermediaire voorzieningen, jobcoaching, vervoer en de pilot Generieke werkgeversvoorzieningen. De kosten van intermediaire voorzieningen namen toe, voornamelijk door een stijging van het aantal getolkte uren en ook door de inzet van de tolk op afstand. De kosten van jobcoaching (intern en extern) zijn afgenomen. De dalende trend die de afgelopen jaren te zien is in het aantal toekenningen voor interne jobcoaching zet zich voort. De kosten van de vervoersvoorzieningen zijn gedaald als gevolg van lagere kosten voor taxi- en rolstoeltaxivergoedingen voor woon‑werkvervoer en het lagere aantal toegekende bruikleenauto’s en aanpassingen daaraan.
Als een van de initiatieven om de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking te verhogen, is per 1 juli 2021 de algemene maatregel van bestuur Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen in werking getreden. Op basis hiervan kunnen werkgevers van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 bij UWV een subsidieaanvraag indienen voor een generieke werkgeversvoorziening. In 2021 hebben we 4 aanvragen toegekend. Daarnaast is er een aanvraag nog in behandeling. Het ministerie laat dit experiment in nauwe samenwerking met UWV evalueren door een onafhankelijk onderzoeksbureau. De uitgaven voor de pilot Generieke werkgeversvoorzieningen waren € 0,8 miljoen, terwijl het bijgestelde budget hiervoor € 4,0 miljoen was. Voor de pilots Technologie en inclusie (zie deel 1 van dit jaarverslag, paragraaf Voorzieningen en re‑integratiediensten, onder het kopje Technologie voor inclusie) zijn de eerste bijdragen aan de pilotbedrijven betaald (€ 0,6 miljoen).
Tabel Aantal ingezette werkvoorzieningen naar soort
2021 | 2020 | |
Werknemersvoorzieningen* | 28.522 | 29.723 |
Intermediaire voorzieningen | 3.721 | 3.689 |
Externe jobcoach | 16.403 | 16.430 |
Meeneembare voorzieningen | 5.009 | 4.879 |
Starterskrediet | 19 | 9 |
Vervoersvoorzieningen | 3.370 | 4.716 |
Werkgeversvoorzieningen | 12.074 | 12.086 |
Interne jobcoach | 1.868 | 2.044 |
Loondispensatie | 10.113 | 9.935 |
Meeneembare voorzieningen | - | 2 |
Pilot Generieke werkgeversvoorzieningen | 4 | 2 |
Overige werkgeversvoorzieningen | 89 | 103 |
Totaal | 40.596 | 41.809 |
- *Inclusief voorzieningen voor zelfstandigen en werkzoekenden.
In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verstrekt UWV ook voorzieningen die ervoor zorgen dat mensen met een beperking onderwijs kunnen volgen. In 2021 hebben we 4.701 onderwijsvoorzieningen toegekend. Dat zijn er minder dan in 2020 (4.805). De uitgaven voor de onderwijsvoorzieningen bedroegen € 22,9 miljoen, vrijwel gelijk aan het budget. Net als bij de werkvoorzieningen is er een toename van het aantal getolkte uren en het gebruik van de tolk op afstand. De kosten voor de totale intermediaire voorzieningen zijn in lijn daarmee ook toegenomen. De kosten voor de vervoersvoorziening zijn licht gedaald. Voor de meeneembare voorzieningen komt het grootste gedeelte van de daling door lagere kosten voor schoolmeubilair. Dit is een gevolg van de effecten van de coronacrisis en de daarmee samenhangende (gedeeltelijke) schoolsluitingen en het volgen van onderwijs in digitale vorm vanuit huis.
Tabel Aantal ingezette onderwijsvoorzieningen
2021 | 2020 | |
Intermediaire voorzieningen | 1.043 | 1.022 |
Meeneembare voorzieningen | 2.317 | 2.554 |
Vervoersvoorzieningen | 1.341 | 1.229 |
Totaal | 4.701 | 4.805 |
Tabel Uitgaven voor onderwijsvoorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen | 2021 | 2020 |
Intermediaire voorzieningen | 14,6 | 12,0 |
Meeneembare voorzieningen | 3,1 | 3,3 |
Vervoersvoorzieningen | 5,2 | 5,4 |
Totaal voor de klant | 22,9 | 20,7 |
Uitvoeringskosten | 2,1 | 1,4 |
Totaal | 25,0 | 22,1 |
Tolkvoorzieningen kunnen worden ingezet als werkvoorziening en als onderwijsvoorziening. UWV verzorgt ook de tolkvoorzieningen voor in het dagelijks leven. In 2021 hebben 4.107 personen gebruikgemaakt van de toegekende tolkvoorziening voor in het dagelijks leven, voor een bedrag van € 8,9 miljoen. Daarnaast hebben we aan 112 organisaties een voorziening toegekend, waaraan € 1,5 miljoen is besteed. Aan 517 personen zijn meer uren toegekend omdat zij meer tolkuren nodig hebben. Als gevolg van de coronacrisis waren de uitgaven lager dan verwacht. Voor de uitgaven voor de cliënt was een budget van € 11,5 miljoen beschikbaar. In 2021 hebben we daarvan € 10,4 miljoen uitgegeven. Inclusief uitvoeringskosten hebben we € 11,5 miljoen besteed.
Tabel Uitgaven voor tolkvoorzieningen leefdomein
Bedragen x € 1 miljoen | 2021 | 2020 |
Intermediaire voorzieningen | 10,4 | 8,7 |
Totaal voor de cliënt | 10,4 | 8,7 |
Uitvoeringskosten | 1,1 | 1,1 |
Totaal | 11,5 | 9,8 |
In december 2021 is een nieuw Protocol Voorzieningen UWV gepubliceerd en van kracht geworden. In verband met de invoering van nieuwe wet- en regelgeving voor meerdere voorzieningen die UWV uitvoert, heeft de publicatie van dit protocol bijna driekwart jaar vertraging opgelopen. Hierdoor heeft de bestaande onzekerheid in de rechtmatigheid van tolkvoorzieningen ook geheel 2021 nog voortgeduurd. Voor de inzet van tolkvoorzieningen in het dagelijks leven zijn in afstemming met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nadere regels opgesteld voor maatwerkaanvragen van individuen en aanvragen van organisaties voor bijvoorbeeld de toetsing van verzoeken voor extra tolkuren. Met het nieuwe protocol en de nadere regels is de onzekerheid over de rechtmatige inzet van tolkvoorzieningen in het dagelijks leven weggenomen.
Nieuwe landelijke methodiek voor loonwaardebepaling
In het kader van het wetsvoorstel Breed Offensief is gewerkt aan een landelijke uniforme methodiek voor loonwaardebepaling. Deze is per 1 juli 2021 in werking getreden; alle arbeidsdeskundigen zijn hierin opgeleid. UWV voert de loonwaardebepaling voor Wajongers uit. Wanneer een werkgever een Wajonger in dienst wil nemen die minder dan het minimumloon kan verdienen, kan de werkgever loondispensatie bij UWV aanvragen. Daarnaast is UWV een van de aanbieders van loonwaardebepalingen voor gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor mensen die onder de Participatiewet vallen. Wanneer een werkgever iemand vanuit de Participatiewet met een ziekte of handicap in dienst wil nemen die minder dan het minimumloon kan verdienen, kan hij loonkostensubsidie bij de gemeente aanvragen.
Ingekochte re‑integratiediensten
UWV koopt voor mensen met een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering re‑integratiedienstverlening in bij re‑integratiebedrijven. Het gaat om:
-
modulaire diensten;
-
de dienst Werkfit maken;
-
de dienst Naar werk.
Modulaire diensten zijn bedoeld voor mensen met arbeidsvermogen voor wie de stap naar de dienst Werkfit maken nog te groot is. Ze bevatten activiteiten die gericht zijn op het verhogen van de maatschappelijke participatie. Verder gaat het om begeleiding bij scholing, bedoeld voor mensen die wel de vaardigheden en het vermogen hebben om een scholing met goed gevolg te volbrengen, maar ondersteuning nodig hebben bij zaken als studieritme en structuur aanbrengen. Naast deze re‑integratiediensten kopen we ook scholingen in en verstrekken we subsidie voor trajecten op grond van de methodiek Individuele plaatsing en steun (IPS). Deze trajecten zijn bedoeld voor uitkeringsgerechtigden met ernstige psychische aandoeningen (IPS_EPA) en veelvoorkomende psychische stoornissen (common mental disorder (IPS_CMD)) en worden verzorgd door ggz‑instellingen.
In 2021 hebben we voor mensen met een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering 29.923 re‑integratiediensten ingekocht, exclusief IPS‑trajecten. Dit zijn er 1.563 (5%) minder dan in 2020, waarvan 1.014 minder voor Wajongers. Het aantal trajecten modulaire dienstverlening steeg met 10%; het aantal trajecten Naar werk‑dienstverlening en Werkfit maken‑dienstverlening daalde respectievelijk met 19% en 5%. Door de economische situatie als gevolg van de coronacrisis is het moeilijker geworden om mensen met een beperking te plaatsen in een reguliere baan. Voor WW‑gerechtigden die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard, kunnen we sinds 2019 weer re‑integratiedienstverlening inkopen. Na een aanloopfase in 2019 zijn er voor hen in 2020 en 2021 meer diensten ingekocht. In juni 2021 hebben de ministers van SZW en VWS besloten via een ministeriële regeling extra IPS‑trajecten beschikbaar te stellen voor mensen met veelvoorkomende psychische stoornissen en ernstig psychische aandoeningen. Hiervoor wordt in totaal € 18,0 miljoen uitgetrokken: € 7,0 miljoen in 2021 en € 11,0 miljoen in 2022 voor cliënten van zowel gemeenten als UWV. Daarbij is bepaald dat dit grotendeels gefinancierd wordt uit het taakstellend budget Inkoop Re‑integratie en voor de rest door het ministerie van VWS. In 2021 zijn 746 IPS_EPA‑trajecten ingekocht, 154 meer dan in 2020. Voor WGA‑uitkeringsgerechtigden kochten we 91 meer van deze trajecten in en voor mensen met een Ziektewet-uitkering 22 meer dan in 2020. Voor IPS_CMD zijn 7 trajecten ingekocht in 2021. Voor 2021 was voor re‑integratiediensten een budget van € 93,0 miljoen beschikbaar, inclusief budget voor de inzet van IPS_EPA en IPS_CMD. IPS_EPA‑trajecten duren drie jaar. De totale uitgaven in 2021 bedragen € 93,3 miljoen en zijn vrijwel gelijk aan het budget.
Tabel Ingekochte re-integratiediensten en verstrekte subsidies voor IPS_EPA- en IPS_CMD-trajecten*
2021 | 2020 | |
WAO | 302 | 411 |
Ziektewet | 8.720 | 8.677 |
oWajong/Wajong 2010 | 8.069 | 9.056 |
WIA | 10.167 | 10.389 |
WW (WIA/Ziektewet < 35%) | 3.418 | 3.545 |
Totaal ingekochte re‑integratiedienstverlening | 30.676 | 32.078 |
- *Naast de in de tabel genoemde 30.676 re-integratiediensten en IPS_EPA-trajecten die we vanuit het budget van € 93,0 miljoen hebben ingekocht, hebben we 1.137 Ziektewet-arbo-interventies ingekocht.
In 2021 zijn in totaal 29.592 trajecten en diensten afgerond. Niet alle trajecten of diensten hebben plaatsing in een dienstverband als direct einddoel. Er zijn ook trajecten en diensten die bedoeld zijn om mensen dichter bij de arbeidsmarkt te brengen.
Tabel Resultaten ingekochte re-integratiedienstverlening
Resultaat | 2021 | 2020 |
Plaatsing als direct doel | 4.837 | 5.176 |
Afgesloten met baan | 2.502 | 2.159 |
Afgesloten zonder baan | 2.335 | 3.017 |
Dichter bij de arbeidsmarkt als direct doel | 22.361 | 22.135 |
Succesvol | 16.903 | 15.942 |
Niet-succesvol | 5.458 | 6.193 |
Afgesloten scholingen | 2.394 | 2.602 |
Afgesloten met diploma | 1.821 | 1.992 |
Afgesloten zonder diploma | 573 | 610 |
Totaal | 29.592 | 29.913 |
Werkgevers zijn soms huiverig om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Mensen die een uitkering van UWV ontvangen, kunnen met behoud van die uitkering gedurende twee maanden op een proefplaatsing werken. Dat is meestal genoeg om te beoordelen of de werknemer geschikt is. De tabel laat zien hoeveel mensen uit de verschillende doelgroepen hiervan gebruikmaakten.
Tabel Proefplaatsingen
2021 | 2020 | |
WW | 2.217 | 1.890 |
Wajong | 2.885 | 2.709 |
WIA/WGA | 902 | 438 |
WAO en WAZ | 45 | 61 |
Overig | 65 | 54 |
Totaal | 6.114 | 5.152 |