UWV wordt gefinancierd uit publieke middelen. Die middelen willen we uiteraard zorgvuldig en verantwoord besteden. We letten er scherp op dat al onze inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van onze doelen en dat de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten. UWV is een doelmatige uitvoerder. De uitvoeringskosten (het bedrag dat we uitgeven aan onder meer personeel, huisvesting en automatisering) zijn relatief laag ten opzichte van de totale lasten van UWV.
Tabel Begrotingsresultaat UWV
Bedragen x € 1 miljoen | Realisatie 2021 | Begroting 2021 | Verschil | % |
Structurele uitvoeringskosten wettelijke dienstverlening | 2.008,2 | 2.099,6 | -91,4 | -4,4% |
Projectkosten | 126,0 | 132,9 | -6,9 | -5,2% |
Frictiekosten personeel en huisvesting | 1,6 | 5,1 | -3,4 | -68,1% |
Totaal (voor mutaties fondsen en reserveringen) | 2.135,8 | 2.237,5 | -101,7 | -4,5% |
Onttrekking aan bestemmingsfonds frictiekosten | -26,5 | -26,5 | 0,0 | 0,0% |
Toevoeging aan egalisatiereserve | 6,0 | 0,0 | 6,0 | |
Totaal (na mutaties fondsen en reserveringen) | 2.115,3 | 2.211,0 | -95,7 | -4,3% |
Begrotingsresultaat 2021
De opgenomen jaarbegroting 2021 voor de uitvoeringskosten bedraagt € 2.237,5 miljoen. Hiervan heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) € 2.207,9 miljoen aan budget toegekend. Daarnaast ontvangt UWV van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) € 2,0 miljoen voor de onderwijsvoorzieningen en van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) € 1,1 miljoen voor de uitvoering van de tolkvoorziening in het leefdomein. Verder is de toegekende onttrekking van € 26,5 miljoen aan het bestemmingsfonds frictiekosten in het budget opgenomen.
In 2021 is het budget met € 101,7 miljoen onderschreden. Hiervan heeft € 91,4 miljoen betrekking op de reguliere kosten. Dit saldo heeft een incidenteel karakter en ontstaat vooral doordat er door lagere WW‑volumes minder opgeschaald hoefde te worden dan begroot was. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten van de NOW‑regelingen lager en is er sprake van meevallende materiële kosten door de lockdowns, vooral door lagere reis-, verblijf- en vergaderkosten.