We hebben in 2021 145.071 sociaal‑medische beoordelingen uitgevoerd, dat zijn er 10.800 minder dan in 2020 (155.871).
Tabel Overzicht aantallen gerealiseerde sociaal-medische beoordelingen
Begroting 2021 | 2021 | Verschil | |
Claimbeoordelingen* | 83.600 | 87.690 | 4.090 |
Eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 40.000 | 29.786 | -10.214 |
Herbeoordelingen | 44.900 | 27.595 | -17.305 |
Totaal | 168.500 | 145.071 | -23.429 |
- *Het gaat hier niet alleen om claimbeoordelingen voor de WIA maar ook voor de Wajong en om aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet-beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).
We zien dat vooral het aantal aanvragen voor de eerstejaars Ziektewet-beoordeling en de WIA‑claimbeoordeling is toegenomen. Omdat we niet alle beoordelingen tijdig kunnen verrichten, hebben we met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vastgesteld welke beoordelingen we met voorrang oppakken. Claimbeoordelingen hebben volgens afspraak de hoogste prioriteit, daarna eerstejaars Ziektewet-beoordelingen en tot slot herbeoordelingen. Vanwege de coronamaatregelen waren tot half juni 2020 helemaal geen beoordelingen mogelijk waarbij een fysiek spreekuur nodig is en daarna in beperkte mate. De achterstand die daarmee is ontstaan, is niet ingelopen doordat de beschikbare capaciteit ontoereikend is om te voldoen aan de groeiende toename van de vraag naar sociaal‑medische beoordelingen. De artsencapaciteit is in 2021 zelfs iets afgenomen.
Het aantal mensen dat op een beoordeling wacht, is door deze ontwikkelingen in 2021 verder gestegen. Alleen het aantal mensen dat wacht op een eerstejaars Ziektewet-beoordeling neemt relatief minder snel toe dan in eerdere jaren. Dit komt onder andere door een grotere focus die we leggen op het eerste Ziektewet‑jaar en de hogere uitstroom gedurende dat jaar die we daarmee bereiken. De achterstand binnen de voorraad eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen is daardoor relatief ook afgenomen.
Tabel Overzicht totale voorraad en achterstand
Eind 2021 | Eind 2020 | Verschil | |
Voorraad claimbeoordelingen* | 29.636 | 23.978 | 5.658 |
Achterstand voorraad claimbeoordelingen* | 12.992 | 8.616 | 4.376 |
Voorraad eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 26.902 | 24.256 | 2.646 |
Achterstand voorraad eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 17.288 | 10.386 | 6.902 |
Voorraad herbeoordelingen** | 20.443 | 37.188 | -16.745 |
Achterstand voorraad herbeoordelingen** | 1.161 | 21.224 | -20.063 |
Achterstand voorraad vraaggestuurde herbeoordelingen | 12.309 | 8.237 | 4.072 |
Totaal voorraad | 76.981 | 85.422 | -8.441 |
Totaal achterstand voorraad | 43.750 | 48.463 | -4.713 |
- *De voorraad claimbeoordelingen bestaat niet alleen uit claimbeoordelingen voor de WIA maar ook voor de Wajong en voor aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet-beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).
- **Een wijziging in de definitie heeft met ingang van het jaarverslag 2021 een verlagend effect op deze cijfers. In september is gestart met het monitoren van cliënten met een WGA 80-100 medisch-uitkering. Daarvoor zijn nu vrijwel alle cliënten overgeheveld van de voorraad professionele herbeoordelingen naar de voorraad monitoren. Vanwege deze wijziging in de definitie en de aanpassing in de werkwijze voor eerstejaars Ziektewet-beoordelingen kunnen de cijfers van de totaalvoorraad en de totaalachterstand in de voorraad van 2021 niet worden vergeleken met die van 2020.
Artsencapaciteit
De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de capaciteit aan verzekeringsartsen. We hebben in 2021 73 artsen aangenomen, in 2020 waren dat er 95. Er vertrokken minder artsen dan vorig jaar: tot en met december 2021 zijn 108 artsen uitgestroomd – voornamelijk vanwege (pre)pensioen (39 artsen), omdat hun tijdelijk contract op verzoek van de arts of op initiatief van UWV niet is verlengd (269 artsen) of vanwege ontslagname (24 artsen) – tegenover 120 in heel 2020. Per saldo betekent dit voor 2021 wel een afname van onze artsencapaciteit. Als gevolg van de uitstroom van ervaren verzekeringsartsen – voornamelijk wegens pensionering – en de instroom van basisartsen wijzigt de samenstelling van onze artsencapaciteit. Sinds 2020 hebben we minder ervaren verzekeringsartsen, die per persoon meer tijd moeten besteden aan de opleiding en begeleiding van nieuwe collega’s. Deze opleidingsinspanningen zijn voor de langere termijn essentieel; we weten op basis van het strategisch personeelsplan dat ook de komende jaren veel ervaren artsen uitstromen. We voorzien tegelijkertijd dat onze inspanningen op het werven en opleiden in een realistisch scenario hooguit zullen leiden tot een gelijkblijvende capaciteit.
Tabel Artsencapaciteit bij divisie Sociaal Medische Zaken
Gemiddeld aantal fte's per eind 2021 | Aantal fte's per eind 2021 | Aantal fte's per eind 2020 | |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen zonder taakdelegatie | 110 | 83 | 142 |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen met taakdelegatie | 249 | 269 | 226 |
Aantal AIOS'en | 173 | 177 | 180 |
Aantal ANIOS'en | 129 | 120 | 126 |
Aantal verzekeringsartsen extern en ingehuurd | 83 | 73 | 83 |
Subtotaal | 744 | 722 | 757 |
Opleidingsinvestering | |||
Begeleiding A(N)IOS'en en neventaken | -43 | -48 | -51 |
Opleiding AIOS'en | -60 | -62 | -65 |
Opleiding ANIOS'en | -45 | -47 | -50 |
Subtotaal | -148 | -157 | -166 |
Extra capaciteit | |||
Taakdelegatie | 140 | 173 | 140 |
Subtotaal | 140 | 173 | 140 |
Totaal netto verzekeringsartsencapaciteit | 736 | 738 | 731 |
Taakdelegatie
Via taakdelegatie kunnen medewerkers onderdelen van de sociaal-medische beoordeling uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de verzekeringsarts. Daarbij geldt als noodzakelijke voorwaarde dat deze medewerkers aantoonbaar bekwaam en bevoegd zijn tot het uitvoeren van de taken die aan hen worden gedelegeerd en dat de gedelegeerden de geldende protocollen volgen. De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) komt naar verwachting in het eerste tertaal van 2022 met een aangepaste handreiking taakdelegatie. Daarna wordt bekeken in hoeverre aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk is. In december 2021 werkte 76,4% van onze geregistreerde verzekeringsartsen in vaste dienst met taakdelegatie. Dit is 15% meer dan in december 2020.
In bovenstaande tabel is de opbrengst van taakdelegatie nog berekend volgens de methode die de afgelopen jaren is gebruikt. In het najaar van 2021 zijn we gestart met het monitoren van WGA‑gerechtigden met een indicatie 80‑100 medisch (zie deel 1 van dit jaarverslag, paragraaf Sociaal‑medische dienstverlening, onder het kopje Monitoren WGA 80‑100 medisch). Sindsdien is deze berekening niet meer passend en is de daadwerkelijke opbrengst lager. Met het ministerie van SZW hebben we voor het jaarverslag van 2021 afgesproken om de bestaande methode te handhaven. Met ingang van het viermaandenverslag 2022 zullen we de capaciteit op een andere manier weergeven.