Aan: de raad van bestuur van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Verklaring over de jaarrekening 2021
Ons oordeel met beperking
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (‘UWV’), uitgezonderd de mogelijke gevolgen van de aangelegenheid beschreven in de paragraaf ‘De basis voor ons oordeel met beperking’, een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van UWV op 31 december 2021 en van het saldo van baten en lasten over 2021 in overeenstemming met de Wet_SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, 2 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10 (met uitzondering van 10.6.5, 10.6.6, 10.6.8 en 10.6.10) en Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (‘BW’).
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben de in dit jaarverslag (deel 1 en deel 2) opgenomen jaarrekening 2021 van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam gecontroleerd.
De jaarrekening bestaat uit:
-
de balans per 31 december 2021;
-
de staat van baten en lasten over 2021; en
-
de toelichting met de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Wet_SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, 2 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10 (met uitzondering van 10.6.5, 10.6.6, 10.6.8 en 10.6.10) en Titel 9 Boek 2 BW.
De basis voor ons oordeel met beperking
Bevindingen die hebben geleid tot ons oordeel met beperking
In de staat van baten en lasten zijn de subsidies NOW verantwoord voor een bedrag van € 3,9 miljard, zijnde de programmakosten voor de tijdelijke Noodmaatregelen Overbrugging Werkgelegenheid 1 tot en met 5 (‘de regelingen’). Uit de tabel Subsidies NOW in de sectie ‘Subsidies NOW (14)’ in paragraaf 8.7 ‘Toelichting op de staat van baten en lasten’ in de jaarrekening blijkt dat dit bedrag voor € 7,3 miljard bestaat uit de subsidielast NOW 3, 4 en 5 (gebaseerd op uitbetaalde voorschotten) minus per saldo € 3,4 miljard aan (geschatte) terugvorderingen met betrekking tot de in 2020 verantwoorde subsidielast NOW 1 en 2. Daarnaast zijn in de balans per 31 december 2021 vorderingen NOW verantwoord van € 2,9 miljard en nog te betalen subsidies NOW van € 0,8 miljard. Tevens is er voor € 3,9 miljard aan gerelateerde baten voor Rijksbijdragen NOW opgenomen.
In sectie ‘Subsidies NOW (14)’ in paragraaf 8.7 ‘Toelichting op de staat van baten en lasten’ in de jaarrekening is toegelicht dat vanwege de urgentie een systematiek van snelle bevoorschotting is opgezet op basis van loonsom over de referentieperiode en geschat omzetverlies. De vaststelling van de subsidie vindt achteraf plaats, op basis van met name het gerealiseerde omzetverlies en de gerealiseerde loonsom. Bij de beoordeling door UWV van de vaststellingsaanvraag van de subsidies vinden controles plaats op het percentage gerealiseerd omzetverlies en de gerealiseerde loonsom van de aanvrager, waarmee tevens aandacht wordt besteed aan misbruik & oneigenlijk gebruik risico’s.
De definitieve subsidievaststellingen van de NOW in de jaarrekening 2021 hebben geleid tot terugvorderingen van € 2,0 miljard en nabetalingen van € 0,4 miljard ten opzichte van bijbehorende voorschotten van in totaal € 5,8 miljard. Op basis van een voorspelmodel is voor de nog niet vastgestelde subsidies van de NOW‑regelingen 1 en 2 per saldo een aanvullende terugvordering geschat van € 1,7 miljard ten opzichte van bijbehorende voorschotten van in totaal € 5,6 miljard).
Voor de regelingen NOW 3 tot en met 5 is de daadwerkelijke subsidieomvang per 31 december 2021 nog niet kwantificeerbaar. De finale termijnen voor het indienen van het verzoek tot definitieve subsidievaststelling liggen (geruime tijd) na de datum van vaststelling van de jaarrekening 2021. Als inherent gevolg van de opzet van de NOW‑regeling is een significant deel van de last die in het boekjaar 2021 is verantwoord, gebaseerd op voorschotten (€ 7,3 miljard). Het ontbreekt UWV aan mogelijkheden om met voldoende betrouwbaarheid tot een inschatting te komen van de daadwerkelijke omvang van de subsidies NOW voor de regelingen 3 tot en met 5, waardoor een materiële onzekerheid bestaat over de inschatting van de daadwerkelijke omvang van de subsidies NOW. Hierdoor zijn wij niet in staat om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de juistheid en volledigheid van de verantwoorde lasten van de subsidies NOW van de regelingen 3 tot en met 5 over 2021 ad € 7,3 miljard en de hieraan gerelateerde Rijksbijdragen en balansposten per 31 december 2021.
De basis voor onze controle
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en de Regeling Controleprotocol WNT 2021 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel met beperking.
Onafhankelijkheid
Wij zijn onafhankelijk van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Informatie ter ondersteuning van ons oordeel
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot fraude en continuïteit, en de aangelegenheden daaruit, bepaald in de context van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. De informatie ter ondersteuning van ons oordeel, zoals onze bevindingen en observaties ten aanzien van de controleaanpak frauderisico’s en misbruik en oneigenlijk gebruik en de controleaanpak continuïteit, moet in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.
Controleaanpak frauderisico’s en misbruik en oneigenlijk gebruik
Wij hebben risico’s geïdentificeerd en ingeschat op een afwijking van materieel belang op de jaarrekening die het gevolg is van fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in UWV en haar omgeving, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder:
-
Het risico-inschattingsproces.
-
Het beleid ten aanzien van het voorkomen en opsporen van fraude.
-
Het beleid ten aanzien van het beperken en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik.
-
De wijze waarop de raad van bestuur inspeelt op frauderisico’s en risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik.
-
De wijze waarop de raad van bestuur toezicht uitoefent om de risico’s op fraude en misbruik en oneigenlijk gebruik in de entiteit te identificeren en hierop in te spelen.
Wij hebben tevens inzicht verkregen in de uitkomsten van het door de raad van bestuur uitgeoefende toezicht op het uitgevoerde beleid. Wij verwijzen naar paragraaf 6.2 ‘Beleid misbruik en oneigenlijk gebruik’ en paragraaf 6.5 ‘Voorkomen van fraude binnen UWV’ in het jaarverslag deel 2, waarin de raad van bestuur zijn beleid en risicoanalyse rondom fraude en misbruik en oneigenlijk gebruik heeft opgenomen.
Wij hebben ten aanzien van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik de opzet en implementatie van de relevante aspecten van het systeem van interne beheersing geëvalueerd, waaronder de gedragscode, de klokkenluidersregeling, het integriteitsbeleid, en de opvolging op fraude- en integriteitsmeldingen. Specifiek ten aanzien van het misbruik en oneigenlijk gebruik van alle door UWV uitgevoerde (wettelijke) regelingen, waaronder uitkeringen en NOW‑subsidies, hebben wij het handhavingsbeleid geëvalueerd, inclusief de risicoanalyses en -scans, de individuele opvolging van de misbruik en oneigenlijk gebruik meldingen en de uitgevoerde themaonderzoeken. Daarnaast hebben wij voor zover wij dit noodzakelijk achten, de werking getoetst van maatregelen van interne beheersing gericht op het mitigeren van frauderisico’s en risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik.
Wij hebben om inlichtingen gevraagd bij leden van de raad van bestuur, de Accountantsdienst UWV, de directie FEZ en de directie Handhaving over feitelijke, vermeende of vermoede fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik waarvan zij op de hoogte zijn. Hieruit volgden geen signalen van feitelijke, vermeende of vermoede fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik die kunnen leiden tot een afwijking van materieel belang.
Als onderdeel van ons proces van het identificeren van risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg zijn van fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneigenlijke toe‑eigening van activa, corruptie en in nauwe samenwerking met onze forensische specialisten met betrekking tot misbruik en oneigenlijk gebruik. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van een risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude.
Deze door ons geïdentificeerde risico’s en de door ons uitgevoerde specifieke werkzaamheden zijn de volgende:
Geïdentificeerd frauderisico’s en risico’s misbruik en oneigenlijk gebruik | Controlewerkzaamheden en observaties |
Het inherente risico dat de raad van bestuur maatregelen van interne beheersing doorbreekt De raad van bestuur bevindt zich in een unieke positie om fraude te plegen, omdat het in staat is de administratieve vastleggingen te manipuleren en frauduleuze financiële overzichten op te stellen door interne beheersmaatregelen te doorbreken die anderszins effectief lijken te werken. Daarom besteden wij bij al onze controles aandacht aan het inherente risico van het doorbreken van maatregelen van interne beheersing door de raad van bestuur in:
| Wij hebben de opzet en implementatie geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing en de effectieve werking van deze maatregelen getoetst in de processen voor het genereren en verwerken van journaalposten en het maken van schattingen. Tevens hebben wij specifieke aandacht gegeven aan de toegangsbeveiligingen in het IT‑systeem en de mogelijkheid dat hierin functiescheiding kan worden doorbroken. Gegeven het inherente risico dat de raad van bestuur maatregelen van interne beheersing doorbreekt hebben wij journaalposten geselecteerd op basis van risicocriteria en hierop specifieke controlewerkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden omvatten onder meer inspectie van brondocumenten. Gelet op de begrotingsonderschrijding van UWV hebben wij ons gefocust op verschuiving van lasten van het volgende boekjaar naar het huidige boekjaar en fictieve lasten door het vormen of verhogen van de overige schulden en overlopende passiva. Wij hebben de materiële schattingen voor de uitvoeringskosten gecontroleerd, zijnde de jubilea voorziening en loondoorbetaling bij ziekte. Hierbij hebben wij de mogelijke tendentie van het management beoordeeld in de significante aannames, namelijk de gehanteerde disconteringsvoet, verwachte loonstijging en ‘blijf kans’ dan wel ‘kans op terugkeer’ en vastgesteld dat deze aannames redelijk en onderbouwd zijn. Wij hebben in het bijzonder aandacht gehad voor het inherente risico van mogelijke vooringenomenheid van de raad van bestuur bij schattingen. Uit onze bij de controleaanpak hierboven beschreven werkzaamheden, zijn geen aanwijzingen gebleken voor het bestaan van significante transacties buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening. Onze werkzaamheden hebben niet geleid tot specifieke aanwijzingen voor fraude of vermoeden van fraude op het risico van het doorbreken van de interne beheersing door de raad van bestuur. |
Misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies NOW De Nederlandse staat heeft maatregelen getroffen die nodig waren om de uitbraak van het Coronavirus beheersbaar te houden. Deze maatregelen hebben grote effecten op bedrijven in Nederland. Om het bedrijfsleven te ondersteunen in de crisistijd is de subsidieregeling NOW opgezet. Vanwege de urgentie voor het bedrijfsleven is een systematiek van snelle bevoorschotting opgezet op basis van loonsom over de referentieperiode en geschat omzetverlies. De vaststelling van de subsidie vindt achteraf plaats, op basis van met name het gerealiseerde omzetverlies en de gerealiseerde loonsom. Er bestaat een risico op misbruik en oneigenlijk gebruik als gevolg van het met opzet indienen van te hoge subsidieaanvragen, vaststellingsverzoeken met een onjuiste weergave van het gerealiseerde omzetverlies en de gerealiseerde loonsom of het in zijn geheel niet indienen van een vaststellingsverzoek. | Als gevolg van de door het Rijk gekozen systematiek van snelle bevoorschotting heeft UWV de voor misbruik en oneigenlijk gebruik relevante beheersmaatregelen conform de regeling met name bij het vaststellingsproces ingeregeld. Bij de beoordeling door UWV van de vaststellingsaanvraag van de subsidies vinden interne controlewerkzaamheden plaats op het percentage gerealiseerd omzetverlies en de gerealiseerde loonsom van de aanvrager. Een deel van deze interne controlewerkzaamheden is bij de afdeling UVB van het ministerie van SZW (hierna ‘UVB’) belegd. Wij hebben de opzet en implementatie geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing ter beperking van het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik in de processen voor bevoorschotting (UWV) en subsidievaststelling (UWV en UVB) met betrekking tot de NOW‑ regelingen. Specifiek het inregelen van de interne beheersing met betrekking tot de bevoorschotting is op korte termijn en onder druk gerealiseerd. De documentatie van de uitvoering en uitkomsten van de maatregelen van interne beheersing bevat tekortkomingen, waardoor wij in de controle hiervan geen gebruik kunnen maken. Wij hebben derhalve gegevensgerichte controlewerkzaamheden verricht op het voorkomen en de nauwkeurigheid van de in 2021 verleende NOW‑subsidies. Wij hebben onder meer getoetst op het bestaan van de aanvrager, de bevoorschotting naar het opgegeven bankrekeningnummer en de juistheid van de bedragen. In het vaststellingsproces maakt UWV gebruik van de diensten van UVB. Wij hebben inzicht verworven in de aard en significantie van de door UVB uitgevoerde werkzaamheden: Voor de vaststellingsverzoeken waar op basis van de NOW-regelingen geen accountantsverklaring benodigd is, voert UVB interne beheersmaatregelen uit ten aanzien van onder meer naleving van de concernbepalingen en de juistheid van het verantwoorde omzetverlies. Deze maatregelen bestaan met name uit risicogerichte onderzoeken naar de ingediende vaststellingsverzoeken. Wij hebben gebruikgemaakt van de werkzaamheden van een andere accountant, zijnde de Auditdienst Rijk (ADR) om de noodzakelijke informatie te verkrijgen over de relevante interne beheersmaatregelen bij UVB. Wij hebben samen met de ADR de specifiek uit te voeren werkzaamheden bepaald en een review uitgevoerd op de onder verantwoordelijkheid van de ADR uitgevoerde werkzaamheden. Wij hebben gegevensgerichte werkzaamheden verricht op het voorkomen en de nauwkeurigheid van vastgestelde NOW‑subsidies en deze getoetst aan de criteria in de regelingen ‘tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid’. Wij hebben onder meer getoetst op de juistheid van de bedragen, de aanwezigheid van deskundige- of accountantsverklaringen (indien verplicht vanuit de regelingen) en indien en voor zover van toepassing, de aanwezigheid van een rapport van bevindingen van de afdeling UVB. Tevens hebben wij werkzaamheden verricht ten aanzien van de opvolging van meldingen van misbruik en oneigenlijk gebruik door de directie Handhaving. Wij hebben de opzet en implementatie van de interne beheersing in het meldingenproces binnen Handhaving beoordeeld. Wij hebben een aselecte deelwaarneming uitgevoerd op de meldingen in 2021. Op basis van deze deelwaarneming hebben wij geen aanwijzingen gekregen dat het proces van handhaving niet goed is gevolgd noch dat de omvang van potentiële terugvorderingen materieel is. Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden hebben wij de toelichting met betrekking tot paragraaf 6.2 ‘Beleid misbruik en oneigenlijk gebruik’ in het jaarverslag deel 2 en de secties ‘Algemeen beleid ter beperking van misbruik en oneigenlijk gebruik’ en ‘Specifieke aandachtspunten misbruik en oneigenlijk gebruik NOW’ in paragraaf 8.4 Algemene toelichting’’ in de jaarrekening geëvalueerd, alsmede de daarin opgenomen toelichting op de uitkomsten van door UWV uitgevoerde maatregelen van interne beheersing. Als inherent gevolg van de opzet van de regeling bestaat materiële onzekerheid over de inschatting van de daadwerkelijke omvang van de subsidies NOW voor de jaarrekening 2021 en het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik. Wij verwijzen naar de basis voor ons oordeel met beperking en de benadrukking van ‘inherente beperkingen uitkeringen, subsidies NOW en premiebaten’. |
Voorts hebben wij in onze controle een element van onvoorspelbaarheid ingebouwd. Tevens hebben we kennisgenomen van de notulen van de Audit Advies Commissie en correspondentie met toezichthouder (het ministerie van SZW) en zijn wij tijdens de controle alert gebleven op indicaties voor signalen van fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik of het niet-naleven van wet- en regelgeving. Indien daar sprake van was, hebben wij onze evaluatie van het risico van fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik en de gevolgen daarvan voor onze controlewerkzaamheden opnieuw geëvalueerd.
Controleaanpak continuïteit
Wij verwijzen naar de sectie ‘Financiering’ in paragraaf 8.4 ‘Algemene toelichting’ in de jaarrekening, waarin de raad van bestuur heeft beschreven dat de liquiditeit van UWV, en daarmee de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten is gewaarborgd, doordat bij een tekort aan financiële middelen, UWV ingevolge artikel 120, lid 4 Wfsv gebruik maakt van de kredietfaciliteiten die door de minister van Financiën worden verleend. Continuïteit kent in de context van UWV een meer politieke dimensie. Uit de sectie ‘Financiering’ blijkt dat er geen gebeurtenissen of omstandigheden geïdentificeerd zijn, die gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van UWV om haar continuïteit te handhaven.
Onze werkzaamheden omvatten derhalve:
-
kennisnemen van het proces ten aanzien van de dagelijkse kasprognose van de saldi van de rekening‑courant bij de Minister van Financiën, zoals bedoeld in artikel 120, lid 6 Wfsv;
-
kennisnemen van de reactiebrieven van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de door UWV ingediende tussentijdse verslagen; en
-
inwinnen van inlichtingen bij de raad van bestuur over zijn kennis van besluitvorming door het Rijk hieromtrent.
Benadrukking van ‘inherente beperkingen uitkeringen, subsidies NOW en premiebaten als gevolg van wettelijke verantwoordelijkheden in loonaangifteketen en keuzes en beperkingen in het uitgevoerde rechtshandhavingsbeleid’
Wij vestigen de aandacht op sectie ‘Loonaangifteketen en polisadministratie’ in paragraaf 4.4. ‘Gegevensdienstverlening in het jaarverslag deel 2 waarin wordt uiteengezet dat de Belastingdienst, CBS en UWV zelfstandige organisaties zijn, met eigen, wettelijk opgedragen taken. De Belastingdienst is in de loonaangifteketen verantwoordelijk voor de inning van de premies werknemersverzekeringen, het inwinnen van de daaraan gerelateerde gegevens op werkgevers- en werknemersniveau en voor het toezicht op de volledigheid, juistheid en kwaliteit van de aan UWV aangeleverde nominatieve gegevens. De door de Belastingdienst aangeleverde nominatieve gegevens worden door UWV beheerd in de polisadministratie en vormen de basis voor de berekening van de uitkeringen en subsidies NOW door UWV.
In aanvulling hierop vestigen wij de aandacht op de secties ‘Algemeen beleid ter beperking van misbruik en oneigenlijk gebruik’, ‘Specifieke aandachtspunten misbruik en oneigenlijk gebruik NOW’ en ‘Premieontvangsten Belastingdienst’ in paragraaf 8.4 ‘Algemene toelichting’ in de jaarrekening. In deze secties wordt uiteengezet dat er onzekerheid blijft bestaan omtrent de juistheid en de volledigheid van door belanghebbenden zelf verstrekte gegevens als gevolg van:
-
de beperkingen in het rechtshandhavingsbeleid van de Belastingdienst;
-
de keuzes in het door UWV gevoerde beleid ter beperking van misbruik en oneigenlijk gebruik.
De daarmee samenhangende inherente onzekerheid over de juistheid van de uitkeringen, de juistheid van de subsidies NOW, de juistheid van mogelijke terugvorderingen en de volledigheid van de ontvangen premies is door de raad van bestuur van UWV geëvalueerd bij het opmaken van de jaarrekening. Deze onzekerheden doen naar het oordeel van de raad van bestuur van UWV geen afbreuk aan het getrouwe beeld van de jaarrekening.
Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.
Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd
In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2021 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, onderdelen n en o, Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT‑plichtige instellingen, en of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Het jaarverslag (deel 1 en deel 2) omvat ook andere informatie. Dat betreft alle informatie in het jaarverslag anders dan de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
-
met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
-
alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Wet – en Regeling SUWI en Titel 9 Boek 2 BW.
Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole
Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur voor de jaarrekening
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor:
-
het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Wet_SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, 2 en 4, bijlage VI bij de Regeling SUWI punt 8 en 10 (met uitzondering van 10.6.5, 10.6.6, 10.6.8 en 10.6.10) en Titel 9 Boek 2 BW; en voor
-
een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten, fraude of misbruik & oneigenlijk gebruik.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet de raad van bestuur afwegen of de entiteit in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet de raad van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het voornemen bestaat om de entiteit te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De raad van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de entiteit haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
Amsterdam, 14 maart 2022
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door
drs. M.J.A. Koedijk RA RE
Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2021 van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.
De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de Regeling Controleprotocol WNT 2021, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
-
Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten, fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude of misbruik en oneigenlijk gebruik kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
-
Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit.
-
Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de raad van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.
-
Het vaststellen dat de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Ook op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de entiteit haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle‑informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.
-
Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de raad van bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.