We bieden een vangnet voor iedereen die dat nodig heeft en er recht op heeft. Bijvoorbeeld als iemand even geen werk heeft of niet kan werken vanwege een arbeidsbeperking. UWV zorgt dan voor vervangend inkomen en helpt op weg naar werk. In 2021 deden we dat voor bijna 1,2 miljoen mensen; in totaal hebben we € 21,3 miljard uitgekeerd aan uitkeringsgerechtigden (2020: ook € 21,3 miljard aan bijna 1,3 miljoen mensen).
Uitgangspunt is dat we uitkeringen rechtmatig verstrekken, volgens de geldende regels en besluiten van de materiewetten die we uitvoeren. Bij het toetsen van deze rechtmatigheid maken we onderscheid tussen financiële fouten en onzekerheden. Het percentage financiële fouten in de uitkeringslasten over het verslagjaar 2021 (de periode 1 oktober 2020 tot 1 oktober 2021) bedraagt 0,7. Het percentage onzekerheden bedraagt 0,8. Dit zijn de gewogen UWV‑percentages over alle wetten.
Sneller duidelijkheid over WW‑aanvraag
Een belangrijke prioriteit voor 2021 was de doorontwikkeling van toegankelijke standaarddienstverlening. Daarnaast bekijken we voortdurend hoe we het uitvoeringsproces zodanig kunnen automatiseren dat het efficiënter is voor onze uitvoering en eenvoudiger en gemakkelijker toepasbaar voor mensen. In 2021 is het herontwerp van het aanvraagproces voor een WW‑uitkering afgerond. Er is een nieuwe, gebruiksvriendelijke medewerkersapplicatie opgeleverd voor het verwerken van een werkloosheidsuitkering of een toeslag. Doordat de applicatie onze medewerkers beter ondersteunt, hebben ze meer tijd om de aanvrager persoonlijk van dienst te zijn. Sinds november 2021 kunnen mensen eenvoudiger een WW‑uitkering aanvragen met de nieuwe WW‑klantapplicatie op het beveiligde Mijn UWV‑portaal op uwv.nl. Hiermee maken we beter gebruik van beschikbare informatie en kunnen we gericht navraag doen naar ontbrekende informatie, zodat we sneller duidelijkheid kunnen geven over de uitkomst van een WW‑aanvraag. Daarnaast verhoogt de applicatie de kwaliteit en de uniformiteit van het beoordelingsproces.
Maatwerk in uitzonderingssituaties
De regels om uitkeringen te berekenen zijn soms erg complex, zeker bij samenloop van meerdere uitkeringen. In het overgrote deel van de gevallen verstrekken we snel de juiste uitkering. Maar soms slagen we er niet in dat binnen de geldende termijn te doen of gaat er iets fout. Gelukkig hebben we steeds meer ruimte om bij het oplossen van fouten de mens centraal te stellen en niet alleen de regels (zie ook paragraaf Meer menselijke maat en maatwerk).
Onterechte betalingen niet teruggevorderd
Uit eigen onderzoek van UWV is gebleken dat in 2019 en 2020 een deel van de mensen die zowel een WW‑uitkering als een Ziektewet- of Wet arbeid en zorg (Wazo)‑uitkering ontvingen, mogelijk te veel geld heeft ontvangen. De Ziektewet- of Wazo‑uitkering moet in mindering worden gebracht op de WW‑uitkering, maar een steekproef heeft uitgewezen dat dit in 2020 bij ongeveer 1.250 mensen niet is gebeurd. We hebben besloten om, bij wijze van uitzondering, in deze specifieke situatie af te zien van terugvordering. Het gaat hier om een fout van UWV, waarbij de uitkeringsgerechtigden niets te verwijten valt. Een deel van hen heeft zelf contact met UWV opgenomen, maar we hebben vervolgens niet adequaat gereageerd. Daar komt bij dat het gaat om uitkeringen van een tot drie jaar geleden, die bruto moeten worden teruggevorderd. Dit houdt in dat iemand niet alleen forse bedragen zou moeten terugbetalen, maar dat er ook gevolgen kunnen zijn voor eventuele belastingtoeslagen. In 1.000 gevallen was de terugvordering nog niet in gang gezet. Dit betekent dat we in de overige 250 gevallen de invordering terugdraaien. We hebben een evaluatie uitgevoerd om te bepalen hoe dit proces precies is verlopen en welke lessen UWV daaruit kan trekken. Behalve dat complexe wetgeving en gebrekkige systeemondersteuning bij samenloop een groot risico betekenen, zijn de belangrijkste conclusies dat de interne en externe communicatie bij UWV soms niet snel genoeg en pas na een extern signaal op gang komt. Er zijn diverse verbeteracties in gang gezet.
We zijn in 2021 ook gestopt met het terugvorderen van WIA‑voorschotten die zijn betaald aan mensen die te lang op een WIA‑claimbeoordeling hebben moeten wachten. Zie hiervoor paragraaf Sociaal-medische dienstverlening, onder het kopje Terugvorderen WIA‑voorschotten stopgezet.
Ongewenste inkomensgevolgen
Een van de pijlers van de per 1 januari 2021 ingegane Wet vereenvoudiging Wajong is dat werken altijd loont. Bij de uitbetalingen in januari bleek dat het beoogde financiële voordeel niet bij iedereen uitpakt zoals bedoeld. Een deel van de Wajongers ontving in januari 2021 een lagere uitkering dan in december 2020 en een aantal juist een hogere uitkering. Voor beide groepen zijn we samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) tot een oplossingsrichting gekomen. De Wajongers die als gevolg van de nieuwe wetgeving vanaf januari 2021 een lagere uitkering ontvingen, sturen we een bijgestelde uitkeringsbeschikking. Zij ontvangen daarbij een nabetaling over de maanden waarin ze te weinig ontvingen en het aanbod voor een budgetcoach. Dit is inmiddels gedaan voor 345 Wajongers. We zijn met het ministerie van SZW in overleg over uitbreiding van de groep Wajongers die voor een bijgestelde uitkering en nabetaling in aanmerking komen. In totaal 162 Wajongers hebben sinds januari 2021 een hogere uitkering ontvangen dan in december 2020. Dit lag onder andere aan de rekenregels voor loondispensatie en andere inkomsten. Deze Wajongers krijgen sinds januari 2022 een lagere uitkering, zoals bedoeld door de wet. We hebben hen daarover vooraf telefonisch geïnformeerd. Zij hoeven niets terug te betalen. We hebben 24 Wajongers verwezen naar een budgetcoach. 4 Wajongers hebben aangegeven dat ze financieel in de problemen komen door de correctie. We bekijken of voor hen een maatwerkoplossing mogelijk is.
Opschorten en kwijtschelden schulden gedupeerden kinderopvangtoeslag
Bij een deel van de door de kinderopvangtoeslagaffaire gedupeerde ouders zijn schulden ontstaan of bestaande schulden verergerd. Het kabinet en de Tweede Kamer hebben besloten dat de schulden uit de periode vóór 1 januari 2021 die deze gedupeerden en hun toeslagpartners hebben bij het Rijk en overheidsorganisaties als UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) worden kwijtgescholden. In verband hiermee heeft het directoraat‑generaal Toeslagen van het ministerie van Financiën tot nu toe de gegevens van ruim 70.000 mogelijk gedupeerden (ouders en partners) aan de betrokken organisaties gestuurd. Daarvan hebben er circa 4.450 een schuld bij UWV. Het ministerie van SZW heeft UWV in februari 2021 opdracht gegeven om per direct alle openstaande vorderingen op potentieel gedupeerden op te schorten, in afwachting van definitieve besluitvorming door Toeslagen welke ouders recht hebben op kwijtschelding van schulden. We monitoren de juiste, tijdige en volledige afhandeling hiervan. UWV ontvangt van Toeslagen periodiek een overzicht welke ouders definitief als gedupeerde worden aangemerkt en welke ouders niet. Op basis van deze informatie schelden we de schulden van vóór 2021 kwijt als daarbij aan de voorwaarden is voldaan. De wetgeving moet worden aangepast omdat er nog geen wettelijke grondslag bestaat om deze vorderingen kwijt te schelden. Dit wordt geregeld in de Verzamelwet herstel toeslagen die in de loop van 2022 zal ingaan. We hebben in juni een uitvoeringstoets uitgebracht op het voorstel voor deze wetswijziging. In diezelfde maand hebben we van de minister expliciet de opdracht gekregen om, vooruitlopend op de wetgeving, schulden kwijt te schelden. Dat hebben we in 2021 voor ongeveer 1.250 mensen gedaan. Bij de ouders die niet als gedupeerde zijn aangemerkt en bij wie de bezwaartermijn tegen het besluit van Toeslagen is verstreken, zal de invordering worden hervat. We verwachten dat we daarmee in de loop van het eerste kwartaal van 2022 zullen starten.
Als verrekenen een beperking is
Uit het eind februari 2021 verschenen onderzoeksrapport Als verrekenen een beperking is blijkt dat de manier waarop UWV en gemeenten inkomsten uit werk met een uitkering verrekenen tot onzekerheid en financiële problemen kan leiden bij werkende mensen met een beperking die een uitkering hebben. Dit speelt vooral bij mensen met wisselende inkomsten. UWV maakt een inschatting van het inkomen en hanteert dat bedrag vervolgens drie, zes of twaalf maanden bij de verrekening. Hierdoor krijgen mensen soms maandenlang een te lage uitkering of juist een te hoge uitkering die ze later deels moeten terugbetalen. We zijn direct aan de slag gegaan met de bevindingen uit dit onderzoek, dat met subsidie van UWV is uitgevoerd nadat de Landelijke Cliëntenraad het onderwerp bij ons had geagendeerd. We hebben 28 verbeteracties in kaart gebracht die we nu verder uitwerken. We gaan daarbij uit van het perspectief van de mensen om wie het gaat en niet van efficiencyoverwegingen. Uitkeringen van mensen met sterk wisselende inkomsten willen we voor een kortere periode gaan vastzetten. Verder gaan we uitkeringsgerechtigden beter en persoonlijk informeren.
Schulden
Wanneer we mogelijke schulden signaleren, verwijzen we intern door naar de juiste specialisten en werken we samen met externe schuldhulpinstanties. Met ingang van 1 januari 2022 beschikken we over een wettelijke grondslag om gegevens uit te wisselen die nodig zijn om een schuldhulpverleningstraject op te starten. Wanneer een uitkeringsgerechtigde geld aan UWV moet terugbetalen, treffen we een betalingsregeling die past bij zijn of haar situatie. Indien de bestaande wet- en regelgeving niet toereikend is, passen we maatwerk toe. Eind 2021 hebben we onze visie op de aanpak van schulden geformuleerd. We willen ons richten op het voorkomen van schulden en gaan onderzoek doen naar het ontstaan van schulden. In 2022 richten we een regieprogramma in om onze ambities nader vorm te geven en, in samenwerking met onze ketenpartners, te implementeren.
Recht op toeslagen
Uitkeringsgerechtigden bij wie het totale (gezins)inkomen onder het wettelijk minimumloon komt, hebben mogelijk recht op een toeslag. Deze uitkeringsgerechtigden informeren we daarover niet alleen via uwv.nl, we benaderen hen ook persoonlijk. Hiervoor bleek echter onvoldoende wettelijke grondslag te bestaan. De toenmalige staatssecretaris van SZW heeft half december via de Kamerbrief Stand van de Uitvoering sociale zekerheid aangegeven dat hij het gericht proactief informeren van uitkeringsgerechtigden over het mogelijke recht op een toeslag zal gedogen en beziet of hiervoor een wettelijke basis gecreëerd kan worden.