De arbeidsmarkt heeft zich op veel vlakken hersteld van de coronacrisis. Het aantal WW‑uitkeringen ligt op een laag niveau en er zijn heel veel vacatures. Er is sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt, waarin veel werkgevers grote moeite hebben om geschikt personeel te vinden. De sleutel tot de oplossing lijkt te liggen in het aannemen van mensen die in eerste instantie niet geheel voldoen aan alle eisen, maar die wel geschikt te maken zijn voor de functie. We wijzen werkgevers daarbij onder andere op mensen die nu nog aan de kant staan zoals mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, de mogelijkheden van om- en bijscholing en de inzet van leer‑werkarrangementen, het anders organiseren van werk en de inzet van voorzieningen. Andersom stimuleren we werkzoekenden om breder te zoeken en zich te oriënteren op kansrijke beroepen.
Met het samen met Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) ontwikkelde skillsdashboard bieden we inzicht in de taken en soft skills (gedragsvaardigheden en persoonlijkheidskenmerken) die bij mbo‑beroepen horen. Het dashboard laat ook zien dat voor kansrijke en overstapberoepen vaak dezelfde skills nodig zijn als voor minder kansrijke beroepen. Het dashboard wordt fasegewijs uitgebreid. Eind maart zijn naast nieuwe beroepen nu voor het eerst mbo‑kwalificaties toegevoegd. Daarmee is het mogelijk om per kansrijk beroep na te gaan welke specifieke kwalificaties ervoor nodig zijn. Om de kwaliteit van onze werkzoekendendienstverlening te versterken, hebben we met de extra middelen die beschikbaar zijn gesteld om onze dienstverlening te verbeteren 52 senior adviseurs werkzoekendendienstverlening aangetrokken die sinds 1 januari 2022 adviseurs werk begeleiden en coachen.
Samenwerking in de arbeidsmarktregio’s
We zijn ervan overtuigd dat we samen met onze partners in de arbeidsmarktregio’s een belangrijke bijdrage kunnen leveren om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen. Half september 2021 zijn 35 regionale mobiliteitsteams gestart die mensen die door de coronacrisis hun baan kwijtraken van werk naar werk te begeleiden. De regeling zal worden uitgebreid, zodat ook mensen die vóór 2 maart 2020 werkloos zijn geworden gebruik kunnen maken van de dienstverlening van de regionale mobiliteitsteams. In de teams werken gemeenten, sociale partners en UWV nauw samen met uitzendbureaus, SBB, onderwijsorganisaties, Werkgeversservicepunten en Leerwerkloketten. Deze partijen kunnen voor alle werkzoekenden die zich bij hen melden, hun eigen dienstverlening inzetten en ook gebruikmaken van elkaars dienstverlening.
We koesteren de ambitie om de gezamenlijke dienstverlening met regionale partners te continueren en te verbreden. Wat ons voor ogen staat is een structurele situatie waarin álle werkzoekenden, werknemers en werkgevers bij één herkenbaar publiek loket terechtkunnen met al hun vragen over werk, inkomen, loopbaanontwikkeling, scholing en voorzieningen. Daarom hebben we het initiatief genomen tot de ontwikkeling van het concept voor regionale Werkcentra. Inmiddels zijn er vier regionale Werkcentra. In een Werkcentrum werken UWV en gemeenten onder één dak samen met meerdere partners. Bij voorkeur met regionale Werkgeversservicepunten, Leerwerkloketten, onderwijsinstellingen, sociale partners en eventueel ook private partijen. Met als doel om burgers in de volle breedte laagdrempelig dienstverlening te bieden. We werken aan een kaderplan waarmee we inzetten op vier extra regionale Werkcentra in arbeidsmarktregio’s waar de samenwerking daaraan toe is. Er is al één intentieverklaring getekend, namelijk voor de vorming van een regionaal Werkcentrum in Amersfoort. Dit doen we vooruitlopend op landelijke besluitvorming door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over structurele doorontwikkeling van de dienstverlening van de regionale mobiliteitsteams, binnen het mandaat dat UWV en gemeenten nu hebben. Parallel hieraan voeren we gesprekken met het ministerie en andere landelijke stakeholders over de richting van de landelijke besluitvorming. In het coalitieakkoord heeft het kabinet uitgesproken dat het de arbeidsmarktinfrastructuur structureel wil uitbreiden. Onderdeel hiervan zijn instrumenten voor om- en bijscholing die de overstap naar krapteberoepen ondersteunen. Het kabinet wil de met de regionale mobiliteitsteams opgedane ervaringen hierbij betrekken. Rond deze zomer wil het ministerie van SZW samen met alle betrokken partijen de contouren vaststellen en duidelijkheid geven over de positie van de regionale mobiliteitsteams in 2023 en over het vervolgproces.
Scholing
We zetten scholing in om mensen uit kansarme beroepen geschikt te maken voor kansrijke beroepen en/of hun kennis bij te spijkeren, zodat ze aantrekkelijke kandidaten worden voor werkgevers. We willen dat zo effectief mogelijk doen. Per 1 februari 2022 zijn 120 adviseurs werk, verspreid over het hele land, gestart in de rol van scholingsadviseur. De hulp van de scholingsadviseur kan worden ingeroepen als bij contact met een werkzoekende blijkt dat er een complexe scholingsvraag aan de orde is. Doordat deze relatief kleine groep adviseurs werk zich specifiek met de dienstverlening rond scholing bezighoudt, ontstaat er meer specialistische kennis. Alle scholingsadviseurs volgen in de eerste helft van 2022 een leertraject. Inmiddels hebben de eersten van hen dit traject succesvol afgerond.
Scholingsbudget WW
Sinds medio 2018 ontvangen we het tijdelijk scholingsbudget WW. Daarmee kunnen we voor WW‑gerechtigden met een relatief grote kans op langdurige werkloosheid om- of bijscholing inkopen richting een kansrijk beroep of een arbeidsplek waarvoor een werkgever een baangarantie of -intentie heeft afgegeven. Op de huidige krappe arbeidsmarkt is het belangrijker dan ooit om mensen geschikt te maken voor vacatures die werkgevers maar moeilijk vervuld krijgen. We hebben met het ministerie van SZW gesproken over de voortzetting in 2022 van het tijdelijk scholingsbudget WW. UWV krijgt voor 2022 een budget van € 14 miljoen (inclusief € 0,9 miljoen voor uitvoeringskosten) om scholing in te kopen voor WW‑gerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Inzet STAP-budget
Sinds 1 maart 2022 kunnen alle werkenden en werkzoekenden gebruikmaken van het Stimulering arbeidsmarktpositie (STAP)‑budget. Dit is een leer- en ontwikkelingsbudget van maximaal € 1.000 dat mensen kunnen aanvragen voor het volgen van een training, cursus of opleiding om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Hiervoor hebben we een portaal ingericht waarmee we aanvragen nagenoeg geheel digitaal kunnen afhandelen; ook is op ons kantoor in Leeuwarden een nieuwe werkeenheid opgericht met 110 medewerkers. In 2022 is € 160 miljoen beschikbaar, gelijkelijk verdeeld over vijf aanvraagtijdvakken. De regeling vervangt de fiscale aftrek scholingsuitgaven en is laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt. Het aanvraagproces is eenvoudig en verloopt voornamelijk digitaal. Mensen die hulp nodig hebben kunnen terecht op een Werkplein.
De belangstelling voor het STAP‑budget is groot. Op de derde dag van het eerste aanvraagtijdvak voor de maanden maart en april was het budget van € 32 miljoen al benut. In dit tijdvak zijn circa 36.000 aanvragen toegekend voor ongeveer 4.200 verschillende opleidingen bij 235 publieke en private opleiders. De toegankelijkheid van de regeling is terug te zien in de resultaten. Een brede groep heeft gebruikgemaakt van het STAP‑budget. Meer dan de helft van de aanvragers heeft maximaal een mbo‑achtergrond, de grootste groep is tussen de 30 en 40 jaar en bijna een kwart van de aanvragers is 50 jaar of ouder. Meer dan de helft van de aanvragers (58%) gebruikt het budget voor omscholing en 42% voor bijscholing. Meer dan de helft van de aanvragers werkt en heeft een vast contract. De rest is verdeeld over mensen met een tijdelijk contract, geen contract en zzp’ers.
Mede door de grote belangstelling deden zich tijdens de start van het eerste aanvraagtijdvak technische problemen voor. Het portaal raakte overbelast en de koppeling tussen het scholingsregister en het STAP‑portaal verliep op dat moment niet naar verwachting. We hebben maatregelen genomen om de problemen op te lossen. Het budget voor de tweede aanvraagperiode voor de maanden mei en juni was in twee dagen door in totaal 45.000 deelnemers aangevraagd.
Intensivering dienstverlening aan arbeidsbeperkten
We wijzen werkgevers er actief op dat ze hun vacatures ook kunnen vervullen met mensen met een arbeidsbeperking. Deze mensen willen vaak graag (weer) aan de slag. UWV kan daarbij ondersteuning bieden in de vorm van bijvoorbeeld voorzieningen, financiële regelingen of advies over het anders organiseren van werk. We willen onze dienstverlening aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking intensiveren. We zijn gestart met een opschaling met 124 adviseurs intensieve dienstverlening en 30 arbeidsdeskundigen. Hierdoor kunnen onze professionals meer tijd besteden aan de dienstverlening aan cliënten. We zetten de extra capaciteit ook in om dienstverlening te bieden aan mensen met een WIA/IVA- of Wajong‑uitkering bij wie eerder is vastgesteld dat ze duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Deze groepen zijn volgens de huidige regelgeving uitgesloten van re‑integratiedienstverlening. We bereiden samen met het ministerie van SZW een experiment voor waarmee we hun, als ze dat willen, toch ondersteuning kunnen bieden. Vooruitlopend op de start van dit experiment (voorzien in 2023) wordt de inzet van re‑integratieondersteuning voor deze groepen al gedoogd. Het ministerie heeft de Eerste en Tweede Kamer hierover in februari 2022 geïnformeerd.
Ervaringsdeskundigheid
De afgelopen jaren hebben we in een district ervaring opgedaan met de inzet van twee adviseurs intensieve dienstverlening die zelf ervaringsdeskundige zijn. Uit een eerste evaluatie blijkt dat deze adviseurs vanuit hun eigen ervaring cliënten met een psychische kwetsbaarheid meer als een gelijkwaardige behandelen en wederzijds vertrouwen opbouwen, waardoor ze hen beter kunnen ondersteunen bij het vinden van werk. Recent is een vervolgonderzoek van start gegaan dat moet zorgen voor een verdere onderbouwing van aard, inhoud en toegevoegde waarde van de ervaringsdeskundigheid en waarin wordt verkend hoe ervaringsdeskundigheid verder ingezet kan worden binnen de organisatie.